2 Kings 11

Na zijn dood werd Jehu in Samaria begraven. Zijn zoon Joachaz volgde hem op als koning. 1In totaal regeerde Jehu achtentwintig jaar als koning van Israël in Samaria. 2

De zevenjarige Joas wordt koning

3Toen Atalja, de moeder van koning Achazja van Juda, hoorde dat haar zoon dood was, doodde zij al zijn kinderen, 4
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Kong. 11:3.
5
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Kong. 11:2-3.
uitgezonderd zijn één jaar oude zoon Joas. Joas werd gered door zijn tante Jehoseba, een zuster van koning Achazja. Zij was namelijk een dochter van koning Joram, Achazjaʼs vader. Zij haalde hem weg bij de andere kinderen van de koning die zouden worden gedood, en verborg hem en zijn verzorgster in een bergplaats in de tempel. Zij bleven daar zes jaar verborgen, terwijl Atalja over het land regeerde.

6In het zevende regeringsjaar van koningin Atalja riep de priester Jojada de officieren van de paleiswacht en de koninklijke lijfwacht bij zich. Hij ontmoette hen in de tempel van de Here, liet hen geheimhouding zweren en toonde hun de zoon van de koning. 7Daarna gaf hij de volgende instructies: ‘Eén derde van hen die op de sabbat dienst hebben, moet het paleis rondom bewaken. 8De anderen moeten de wacht houden bij de tempel. 9Ga met de wapens in de hand rond de koning staan en dood ieder die door het kordon tracht te breken. 10Blijf onder alle omstandigheden bij hem.’

11De officieren voerden de aanwijzingen van Jojada uit. Zij brachten zowel de mannen die op de sabbat geen dienst hadden als hen die wel dienst hadden bij Jojada. 12Deze bewapende hen uit de voorraad speren en schilden die aan koning David hadden toebehoord en nog steeds in de tempel lagen. 13De wachters stonden met de wapens in de hand aan de voorzijde van het heiligdom, vanaf de rechtervleugel tot aan de linkervleugel, en omringden het altaar dat vlak bij Joasʼ schuilplaats stond. 14Jojada liet de jonge prins tevoorschijn komen, zette hem de kroon op het hoofd, gaf hem een exemplaar van het wetboek in handen en zalfde hem tot koning. Iedereen applaudisseerde en schreeuwde: ‘Lang leve de koning!’

15
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Kong. 11:14.
16
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Kong. 11:13-14.
Het lawaai drong ook door tot Atalja en zij rende de tempel binnen. Daar zag zij de nieuwe koning naast de pilaar staan, zoals gebruikelijk was bij een kroning, omringd door haar lijfwacht en vele trompetblazers, het aanwezige volk danste van blijdschap en blies op de trompetten. ‘Verraad! Verraad!’ schreeuwde zij en begon haar kleren te scheuren.
17‘Zorg dat zij hier wegkomt!’ riep Jojada de officieren van de wacht toe. ‘Dood haar niet hier in de tempel. Maar sla ieder neer die probeert haar te hulp te komen!’ 18Zij sleepten haar naar de paleisstallen en doodden haar daar.

19Jojada sloot een verbond tussen de Here, de koning en het volk, waarin zij beloofden voortaan het volk van de Here te zijn. Ook zorgde hij voor een overeenkomst tussen de koning en zijn onderdanen. 20Daarna begaf de hele menigte zich naar de tempel van Baäl om die met de grond gelijk te maken. Zij braken de altaren af, sloegen de beelden kapot en doodden Mattan, de priester van Baäl, voor zijn eigen altaren. En Jojada stelde opzichters aan over de tempel van de Here. 21Daarna leidde hij samen met de officieren, de wachters en alle anderen de koning vanuit de tempel, via het wachtverblijf, naar het paleis. En zo nam Joas plaats op de koningstroon.
Copyright information for NldHTB